Paul Kavelaar
paul kavelaar
Paul is voorzitter van vereniging groepswonen: “Zaak dat locatie nu echt van de grond komt”WATERINGEN- Paul Kavelaar is voorzitter van de vereniging Waterings Initiatief Groepswonen (WIG). Samen met zijn krachtige medebestuurders zet hij zich al sinds 2021 in voor de realisatie van een senioren woongroep op een locatie in Wateringen. Een plek aan de Dorpskade begint serieuze vormen aan te nemen, maar er is nog een lange weg te gaan eer de dertig appartementen er zullen staan. “Wij hebben geleerd dat zo’n traject wel zeven tot tien jaar kan duren.”Maar doorzetten is het devies. Het bestuur van de vereniging is al zover gekomen en heeft al zoveel met elkaar meegemaakt, dat volharding the only way up is. “Groepswonen is gewoon een vraag in een tijd waarin de individualisatie enorm is”, aldus Paul. “Je creëert een sociaal netwerk dichtbij huis en dat is van groot belang als je ouder wordt. Wij bemerken dan ook grote interesse hiervoor en hebben de grens van 70% aan kopers om te kunnen starten ruimschoots bereikt.”Nu nog een locatie. Er zijn al heel wat plekjes voorbijgekomen en ook weer afgeketst, zo geeft Paul aan. Bijvoorbeeld in Wateringen-Noord, tussen de Erasmusweg en de Poeldijkseweg. De planning van een verbindingsweg voor de voordeur gooide echter roet in het eten. “De meeste van onze gegadigden komen uit goede eengezinswoningen uit de zeventiger en tachtiger jaren. Zij willen best inleveren qua woonruimte, maar geen racebaan voor de deur.” Een andere locatie wens is de ligging vlakbij faciliteiten als winkels en OV. Daar zou het plekje aan de Dorpskade prima aan gaan voldoen, zeker als de Jumbo Koornneef er straks op de rotonde wordt gerealiseerd. Geen afvalputjePaul hoopt dan ook dat voor het begin van de zomervakantie, een beloofd ultimatum, het plan van de drie grondbezitters van het stuk te bebouwen grond aan de Dorpskade op tafel ligt bij de gemeente. Dit zou de locatie weer een stukje concreter maken. “Maar het blijft een spannend moment, omdat de belangen van gemeente en projectontwikkelaars verschillend zijn. De drie ontwikkelende partijen willen zoveel mogelijk bouwen. De gemeente stelt eisen aan de omgeving. Hier ontstaat spanning en deze moet uitgediscussieerd worden. Spannend is ook in hoeverre wij als WIG hierbij betrokken worden en of we het gewenste plekje krijgen. Want we willen niet als afvalputje fungeren en ergens achterin onze appartementen toegewezen krijgen.”Lange adem? Geduld is dus een schone zaak bij het realiseren van een woongroep. Maar heb je dat geduld nog wel als je al “op leeftijd” bent en ieder jaar van woongeluk telt? Paul: “Bouwen is helaas niet vandaag gezegd, morgen gedaan. Je moet een lange adem hebben. Maar als je je als senior inschrijft voor een woongroep, heb je die soms niet. In de tijd dat wij nu bezig zijn, zijn er al twee gegadigden overleden. Ik ben ook al vet in de 70 en vraag me wel eens af hoe lang mijn vrouw Enny en ik er nog van kunnen genieten. Daarom is het zaak dat het nu echt van de grond komt!”Tot 67Leeftijd is ook een issue als het gaat om de garantie van het voortbestaan van de woongroep op lange termijn. “Daarom is de instap leeftijd bij ons van 50 tot 67 jaar. Sinds het stellen van deze leeftijdsgrens hebben we er dit laatste jaar veel leden bijgekregen. In deze leeftijdscategorie ligt dus zeker een vraag”, aldus Paul, die zich gelukkig mag prijzen met het huidige bestuur en de leden van de WIG. “We hebben een heel goed team en doen het echt met elkaar. Dat is ook absoluut onze kracht. En dat vertaalt zich naar eigen initiatief. Ik hoef niet te trekken, het werkt gewoon. Dit geldt ook voor alle commissies die we hebben voor bouw, activiteiten, pr en website, contracten en afspraken, beeld en geluid, kennismaking en Westland Collectief Wonen. Deze laatste praat namens ons met de gemeente over groepswonen in Westland. Oud-burgemeester Sjaak van der Tak is hier ambassadeur van.”Zien staanUiteindelijk hoopt deze hechte club dus op een eigen plek aan de Dorpskade in Wateringen gelukkig en gezond oud te worden in een woongroep. Dit betekent zelfstandig wonen in appartementen van 80, 100 en 120 m2, waarbij je daarnaast een gemeenschapsruimte deelt met elkaar. Hier is plaats voor contact en diverse gezellige activiteiten en wordt geborgenheid en omzien naar elkaar gecreëerd. Paul: “Als we er eenmaal wonen blijven we elkaar ook updaten en monitoren, door de vragen te stellen: “Hebben we dit gewild?”, “Heeft iedereen het nog naar zijn zin?” En zo niet: “Welke kant gaan we dan op?” Het hangt uiteindelijk af van de mensen of het slaagt of niet. Je hoeft niet met iedereen vrienden te zijn en iedereen heeft zijn sterke en zwakke punten. Het gaat erom: zie je elkaar staan en wil je die verbinding hebben?”
Lees het verhaal
Re-Sell meubelploeg
Voor Re-Sell meubelploeg is sjouwen geen probleem: ‘Je kijkt er gewoon naar uit’Meubels van en voor Kringloopwinkel Re-Sell in ’s-Gravenzande hoef je niet zelf te tillen. Dat doen de mannen van de meubelploeg wel! Hoewel de jongste 65, en de oudste 80 jaar is, zijn ze iedere dinsdag- en donderdagochtend met plezier aan het sjouwen. “Het is vaak nog niet eens het gewicht, maar meer de manier waarop iets beetgepakt kan worden, of het huis dat te klein is.”Door Rianne DekkerCok Ruinard (73) wordt bestempeld als de regelneef van de ploeg. Hij werd in 2018 gepolst door Map van der Meulen (80), die door de voorzitter van de stichting was gevraagd. Cok vroeg op zijn beurt weer buurman Hans Bakker (65) bij de club, en ook buurman Aad van de Laar (67) werd benaderd. Tevens werden Henk van Holstein (72) en Karel van Vliet (79) bij de groep gehaald. Uit het respectabel aantal jaren dat sommigen er inmiddels op hebben zitten bij de meubelploeg, is af te leiden dat het er goed toeven is. Zo heeft Map al vijftien jaar op de teller staan, Henk en Karel tien jaar en Cok zeven jaar. “Benjamin” Hans is bijna een jaar ploeggenoot en Aad zo’n vier jaar. ”Het is een leuke groep, we kunnen goed met elkaar opschieten”, aldus Cok. “Eigenlijk kijk je er gewoon naar uit”, vult Henk aan. “Het is ook iedere keer weer een verrassing waar je tegenaan loopt en je bent onder de mensen. Het geeft voldoening en dient ook een doel, een goed doel. Er zit geen betaalde organisatie achter. Re-Sell beheert een kringloopwinkel waar 100% van de netto-inkomsten wordt gedoneerd aan goede doelen. Het is allemaal liefdewerk oud papier. Met heel veel oud papier en heel veel liefdewerk!”Niet alles meeDe mannen brengen de meubels met liefde tegen bezorgkosten tot in de huiskamer en halen ze daar ook op, maar tot daar en niet verder. “Naar boven brengen doen we niet, en ook niet van boven halen. Het risico dat je dingen beschadigt is dan te groot, en het is ook te zwaar voor onszelf. Ook halen we geen kasten leeg en geen gordijnen los. Meubelen die we ophalen beoordelen we ter plekke op verkoopbaarheid in de winkel. Soms zitten we er naast en blijkt dat iets toch niet wordt verkocht. Of valt eenmaal buiten het meubel toch ineens tegen doordat het licht er anders opvalt. Ook hebben we wel eens een discussie met bewoners over onze beslissing om iets niet mee te nemen. Mensen willen natuurlijk alles weg hebben, maar er zijn dingen die we aan de straatstenen niet kwijt raken, zoals meubels van zwart spaanplaat of donker hout.”Ook het leeghalen van kamertjes in zorgcentra, dat vaak binnen een paar dagen moet gebeuren, kun je de mannen toevertrouwen. “Wij hebben graag dat ze ons hiervoor bellen.”Naar SpoetnikEr zijn meubels, die op de dag van inbreng al verkocht worden, maar andere doen daar soms wat langer over. Staan meubels een tijdje in de winkel en worden ze toch niet verkocht, dan gaan ze naar de Stichting Spoetnik in Vlaardingen. Deze helpt al dertig jaar met onder andere transporten van humanitaire hulpgoederen naar Oekraïne. “Dit heeft dus niets met de oorlog daar te maken, het gebeurde voor die tijd al”, aldus de mannen. “Als we een auto vol hebben, soms meer dan vol, brengen wij de spullen naar Vlaardingen. Daarna hoeven we zeker niet meer naar de sportschool!”Ook gaat een deel naar de stort en wordt er veel gerecycled. “Vroeger mochten we onbeperkt storten bij de gemeentewerf, en toen kwam er een tijd dat dat niet kon. Toen hebben we de wethouder hier gehad, en nu mogen we één keer per week vijf kuub brengen.”Extra handen altijd welkomSoms is het zwaar of onhandig vast te pakken wat de mannen allemaal in hun handen krijgen. Toch hebben ze naar eigen zeggen geen last van spierpijn. “Het zijn immers maar een paar uur per week, je bent geen dagen bezig. Je moet wel fit zijn natuurlijk, anders houdt het op. Op dit moment hebben we in principe geen nieuwe mensen nodig, maar we hebben wel twee tachtigers in de ploeg, dus je weet nooit hoe lang die het nog aan kunnen. Mensen die hun steentje willen bijdragen zijn dus altijd welkom. Waarbij tachtiger Map nog wel vermeldt hoe het officieel in het reglement staat: “Iemand van 80 kan zich niet aanmelden, maar als je 80 bent mag je blijven!”Als het aan de mannen ligt, vindt er voorlopig nog geen verloop plaats in de bestaande club. “Zolang het kan gaan we ermee door. En zolang we er lol in hebben!”
Lees het verhaal
Gaby en Shirley
Gaby en Shirley
Gaby en Shirley dansen al twaalf jaar met leden special dance DOS én elkaarAl twaalf jaar zijn Gaby de Bruin (28) en Shirley Kuijvenhoven (34) een team. Zo lang al begeleiden ze samen de leden van special dance van DOS Naaldwijk bij hun danslessen. “Onze samenwerking gaat heel natuurlijk. Wij hebben aan een half woord genoeg.”Een dergelijke interactie heb je niet met iedereen, zo beseffen de twee. “We maken allebei een stukje van de dans die we ze in de les gaan leren. Als het op het podium niet werkt, passen we het meteen aan en komen dus gelijk met een oplossing. We zijn hierin goed op elkaar ingespeeld. We hebben ook geen constante focus op het leren van een nieuwe dans. Soms doen we dansmemory of een balspel. We proberen nieuwe spelletjes te bedenken en innovatie toe te passen. Het hoeft ook niet altijd over dans te gaan, soms is het ook gewoon even de hoofden leegmaken of hen op een andere manier uitdagen.”De dames werken wel volgens een bepaalde structuur, die nu eenmaal belangrijk is voor deze doelgroep. “Aan het begin van de les staan we standaard in de kring en vertellen we wat het plan is voor de les. We doen dan een warming up, leren een nieuw stukje of doen een spelletje op z’n tijd. Als je de les omgooit zijn ze niet in paniek hoor. Als de lesopbouw maar duidelijk is.”Lachen om een boerVoor hun keuze voor special dance, hebben ZZP-er voor de overheid Gaby en van oorsprong kinderverpleegkundige Shirley een duidelijke verklaring. “Wij zijn allebei nieuwsgierig naar de doelgroep. Shirley vanuit haar werkveld en Gaby met het oog op het voelen van energie als ze de hele dag met haar kantoorbaan is bezig geweest. Alles kan bij hen even en het is nooit gek genoeg. Ze kunnen bijvoorbeeld ongegeneerd een boer laten en daar met z’n allen keihard om lachen. We stellen geen hoge doelen en iedereen is gelijk aan elkaar. Als ze juichend en joelend binnenkomen en je die waardering geven als ze weggaan, wordt je daar op de één of andere manier door getriggerd.” Gaby vult aan: “Als er vroeger in het zwembad iemand met het syndroom van Down naar me toe kwam, ging ik met diegene zwemmen. Dat doet niet iedereen.”Armen strekkenHet resultaat van de danslessen wordt jaarlijks binnen en buiten DOS gedemonstreerd in respectievelijk een kleine en een hele grote show. Deze laatste is in het Westland inmiddels uitgegroeid tot een waar fenomeen, waarvoor kaartjes moeten worden aangeschaft. Van de drie altijd uitverkochte shows, zitten de dansers van special dance er in één. “We hebben wel eens geprobeerd om hen in alle shows te laten optreden, maar dan zijn ze helemaal afgedraaid, dat is gewoon teveel”, aldus de dames. “Maar in die ene show geven ze alles en doen ze op het podium alles wat ze geleerd hebben, ondanks de twijfel die we wel eens hebben of het allemaal wel zal lukken. Ze halen er zoveel energie uit en stralen helemaal. Het geeft hen voldoening en zelfvertrouwen. En het publiek is lyrisch, evenals hun ouders. Zij denken wel eens dat dansen niet in hun kind zit. Maar wij zijn best wel streng en werken met de kracht van de herhaling. Als je je armen in de lucht doet bijvoorbeeld, moet je die van ons wel echt strekken. En aan het eind van het seizoen doet iedereen dat dan ook gewoon!”Shirley en Gaby dansen nu met een vaste club van zeven heel dankbare leden. De jongste is 12 jaar, de oudste 28. Ieder heeft zijn eigen niveau en muzieksmaak, waarbij het soms puzzelen is om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. “We proberen Top 40 nummers uit en kijken dan naar de reacties. Als bij een nummer van Armin van Buren iedereen gaat juichen, dan weten wij genoeg. Sowieso krijgt iedereen in de les een moment met zijn eigen muziek.”Leden gezochtHet verloop in de groep is laag, sommigen dansen er al net zo lang als dat Gaby en Shirley samen lesgeven. Maar ze zouden graag de groep wat groter zien. “We hebben al geflyerd en workshops gegeven op scholen, maar de groep groeit niet. Iets medisch zou ouders er bijvoorbeeld van kunnen weerhouden om hun kinderen op een sport te doen. Maar bij ons kan zo’n kind wel terecht omdat Shirley medisch onderlegd is. Wij dansen iedere maandagavond van 19.15 tot 20.15 uur in het Floracollege. Interesse? Geef je op via [email protected] of [email protected].”Gaby en Shirley zijn enthousiast en onafscheidelijk. Ze zijn even noodgedwongen uit elkaar, omdat Shirley net is bevallen van haar tweede kind. “Maar daarna ga ik gewoon weer dansen. Samen met Gaby. Want het is samen, of niet. Als één van ons tweeën zou stoppen, dan is dit wel in overleg met de ander!”
Lees het verhaal
Gerard van Bortel
Gerard van Bortel
Gerard begeleidt statushouders: “Brug slaan tussen leefwereld mensen en systeemwereld overheid”Het vele vrijwilligerswerk dat Gerard van Bortel doet, heeft een duidelijke rode draad: wonen. “Zorgen dat mensen op hun plek zijn en niet in de raderen van het systeem worden vermalen. Dit kun je op allerlei niveaus doen.”Lokaal zet Gerard zich in bij VluchtelingenWerk Nederland als Coach Vestiging en Maatschappelijk Begeleider in het Westland. Tevens is hij voorzitter van de Kerngroep Wonen, Welzijn en Zorg (WWZ) binnen de Adviesraad Sociaal Domein Westland (ASDW). En zorgt hij in de “stoelenploeg” van de Oude Kerk Naaldwijk er ook voor dat iedereen op zijn plekje kan zijn, maar dan tijdens activiteiten die week. Op landelijk niveau zit hij in het bestuur van de Woonbond en heeft hij een (betaalde) functie als Lid Raad van Toezicht van Woningstichting Het Grootslag in Wervershoof, en Lid Raad van Commissarissen van Woningstichting Rochdale.TetrisDit alles doet hij naast zijn werk als universitair docent aan de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft, waar zijn specialiteit ligt bij betaalbaar wonen. “Een vrij flexibele baan voor drie dagen in de week, waardoor ik de ruimte heb om dit alles te doen”, aldus Gerard. “Maar strak plannen is hierbij wel een vereiste. Ik vergelijk het maar met het computerspel Tetris, waarbij je blokjes passend in elkaar laat vallen. Dat is ook een vereiste in mijn volle week.”Zijn functie bij VluchtelingenWerk beslaat twee fases in het leven van de statushouder. Gerard: “Als deze een woning toegewezen krijgt, ga ik als Coach Vestiging mee naar de sleuteloverdracht en het tekenen van het huurcontract. Ook help ik met bijvoorbeeld het aanvragen van een bijstandsuitkering, het regelen van de zorgverzekering en het vinden van een huisarts. Na een paar weken verandert mijn rol in die van Maatschappelijk Begeleider, waarin ik fungeer als vliegende keep bij het oplossen van problemen. Dit kan gaan om het aanvragen van een vrijstelling van gemeentelijke belastingen, tot ernstigere zaken als ruzie in het gezin, burenconflicten en schulden. Ik leg dan een link met instanties, die daarin kunnen helpen. Bijvoorbeeld het Sociaal Kern Team (SKT), Vitis Welzijn en de Belastingdienst. Dit gaat me vrij gemakkelijk af en ik vind het ook leuk. Als ik voor iemand een vrijstelling moet aanvragen of problemen met bijvoorbeeld de huurtoeslag moet oplossen, denk ik dan ook: “Dat varkentje gaan we wel even wassen!”Die rivier overGerard ziet zichzelf hierbij als een bruggenbouwer. “Je hebt te maken met de leefwereld van mensen en de systeemwereld van de overheid. Als vrijwilliger ben ik dagelijks bezig een brug te slaan tussen die twee. Soms is dit heel simpel, als je de weg maar weet, de taal kent en het zelfvertrouwen hebt om bijvoorbeeld een mail te sturen naar de gemeente. Zijn er bijvoorbeeld problemen met een bijstandsuitkering, dan probeer ik met de ambtenaar een oplossing te vinden. Ik ben een soort oliemannetje, een verbinder. Ik geloof ook sterk in het met elkaar in gesprek blijven. Je kunt wel boos worden op een bedrijf of instantie, maar die worden daar meestal niet warm of koud van. Soms moet je aan beide kanten van die brug gaan staan. Je zult toch echt die rivier over moeten om iets te bereiken! Deze ervaringen die ik opdoe in mijn werk voor statushouders, kan ik overigens ook weer op een positieve manier gebruiken in mijn werk voor de ASDW.” Momenteel zet Gerard zich in voor twaalf gezinnen in het Westland. Dit kunnen man, vrouw en zeven kinderen zijn, maar ook éénpersoonshuishoudens. “Ik begeleid hen voor de periode van een jaar, en draag dit dan over aan Vitis Welzijn. In de praktijk komt het er wel eens op neer dat ik wat langer begeleider blijf, als ik het gevoel heb dat er nog teveel dingen spelen. Dan ga ik dit niet zomaar bij Vitis over de schutting gooien, maar zorg eerst dat de situatie gestabiliseerd is. Pas dan is het tijd voor de zogenaamde “warme overdracht”. Hierbij stopt de vaste begeleiding door VluchtelingenWerk en gaat over naar Vitis, die de cliënt verwijst naar bijvoorbeeld de Formulierenbrigade of het Buurt Informatie Punt. Maar dit betekent niet altijd dat ik dan gerustgesteld ben. Als ik merk dat mensen na de warme overdracht nog vaak een beroep doen op Vitis, dan denk ik: “Oei”…..”Best strengGerard is echter niet de persoon die dit soort dingen mee naar huis neemt. “Ik ben gewoon niet zo bedraad. Ik ben zeker empathisch, maar er niet in die mate door geëmotioneerd dat je niet helder meer kunt communiceren met instanties en bedrijven. Ik ben naar de cliënt toe soms ook best streng. Die spreken vaak beperkt Nederlands en kijken in een gesprek dan hulpzoekend naar een collega-vrijwilliger die hun moedertaal spreekt. Ik zeg dan vaak: “We gaan niet vertalen, jij moet de taal leren!” Dat werkt in mijn ogen toch echt het best om hun zelfredzaamheid te vergroten.”
Lees het verhaal