Lifeguard Rick: 'Het is prachtig als je iemand veilig terug kunt brengen'.
Als 11-jarig jochie ging Rick van der Deijl met een buurjongen mee naar de Monsterse Reddingsbrigade. Hij kwam, zag en overwon. “Ik vond het er zo leuk dat ik er nooit meer weg ben gegaan.”
De inmiddels 38-jarige Rick loopt nu een goede 27 jaar mee bij de MRB en is van jonge, meekijkende jongen uitgegroeid tot een ervaren lifeguard. Zijn allereerste redding weet hij nog als de dag van gisteren. “Ik mocht als 16-jarige voor het eerst mee als zelfstandige bijrijder op de auto. Destijds kregen we veel meldingen over zwemmers die bij de golfbrekers in de problemen waren geraakt, en dat was nu ook het geval. We gingen met z’n tweeën het water in om een man te helpen en ik zwom voorop. Toen zag ik dat er achter de man nog een jongetje in het water lag. Ik ben de man voorbij gezwommen, want die had nog genoeg kracht. Mijn collega ontfermde zich over hem, terwijl ik het jongetje meenam naar de kant.”
Rick noemt zichzelf een redder in hart en nieren. “Het geeft voldoening als je een succesvolle redding hebt verricht. Helaas zijn ze dat niet allemaal, maar het is prachtig als je iemand in problemen veilig terug kunt brengen.” Je moet dus wel heel veel passie in je hebben om een hobby als deze te kunnen uitoefenen. “Ik heb sowieso een passie voor werken aan de kust. Op het strand en in de zee zijn geeft me ontspanning. Als je dan ook nog een ander kunt helpen is het plaatje compleet. We hebben 230 leden, waarvan tachtig strandwachten, en bij iedereen zie ik dezelfde motivatie!”
Goede samenwerking
Sinds tien jaar zit Rick ook bij de KNRM. “Dat is net even ander werk”, vertelt hij. “Het zijn de wat grotere klussen en je werkt met zwaarder materiaal, want je moet ook voertuigen bergen, hulp bieden aan beroeps- en recreatievaart en aan grotere zoekacties deelnemen. Ook ga je soms met slechter weer nog de zee op. Met de KNRM ben je, in tegenstelling tot de Reddingsbrigade, niet preventief aanwezig. Ook werk je vaak verder buiten de regio, terwijl je met de reddingsbrigade merendeels op eigen gebied actief bent. Bij de KNRM kun je je als opstapper aanmelden vanaf 18 jaar. De KNRM en de Reddingsbrigade werken vaak samen. Wij hebben momenteel tien man lopen die lid zijn van beide clubs, en dit zorgt voor korte lijnen. Als we iets nodig hebben van elkaar kunnen we kort schakelen, en hierdoor is er een goede samenwerking.”
Opvangteam
“We hebben wel eens te maken met heftige klussen als reanimaties of inzetten zonder goede afloop, waarbij we een stoffelijk overschot bergen”, vervolgt Rick. Bij zo’n ingrijpende situatie hoort een goede opvang. We hebben een opvangteam, zodat je eerst met eigen, vertrouwde mensen kunt praten. Is het echt te heftig, dan wordt er doorverwezen naar psychologische hulp. Want ook bij hulpverleners kan het spreekwoordelijke emmertje wel eens vol zitten” Gelukkig verlopen klussen over het algemeen minder heftig. “Mensen reageren ook altijd vriendelijk en nemen zelden iets niet van je aan. Wij merken hier gelukkig nog weinig van agressie tegen hulpverleners!”
Nieuwjaarsduik
Dat geldt dan ook zeker bij een evenement als de jaarlijkse Nieuwjaarsduik, waar een ontspannen en gezellige sfeer hangt en waarbij de organiserende Reddingsbrigade altijd aanwezig is. “We lopen dan met zo’n dertig lifeguards rond om ervoor te zorgen dat mensen een gecontroleerde duik nemen en niet te diep de zee in gaan. Van te voren doen we een gezamenlijke warming-up op muziek, en na de duik is er voor iedereen warme chocolademelk.” Ieder jaar wordt er bij de duik gecollecteerd voor een goed doel, en dit jaar was dat voor de stichting Voor Elkaar Met Elkaar (VEME). Het geld is bestemd voor een wooninitiatief voor kinderen met een beperking.
Vrijwilligers gezocht
Zowel de Reddingsbrigade als de KNRM zoeken nog vrijwilligers. Zij dienen wel een minimum aantal stranddiensten te draaien of een bepaald aantal uren aanwezig te zijn. Rick: “Vanaf je 14de jaar kun je aan je reddingsopleidingen beginnen, met 16 kun je zelfstandig aan de gang als lifeguard op het strand. De basis is het zwembad en daarna ga je door naar het strand voor je strandopleiding. In zee heb je troebel water, stroming, diepteverschillen en muien. We kunnen je ook opleidingen bieden in varen, rijden, EHBO en je wat bijbrengen in het onderhoud. En iedere lifeguard brengt op een gegeven moment sowieso al een stukje kennis op zijn of haar eigen vakgebied mee.” Interesse? Kijk dan op de sites www.rbmonster.nl en www.knrm.nl/werken-bij voor aanmelden en meer informatie.
Alvast wat statistieken van de Reddingsbrigade, die overigens op 5 april as. de nieuwe jaarrond strandpost opent: dit jaar was de strandpost 86 dagen geopend, wat goed was voor meer dan 490 uur. De 24-uurs alarmploeg kwam buiten de bewakingsuren veertig keer in actie, en bij de KNRM was dit 49 keer.
ze vormen één club!
Wil geeft psychosociale zorg aan kankerpatiënten: ‘Het voelt heel fijn om dit te mogen doen’Wil geeft psychosociale zorg aan kankerpatiënten: ‘Sinds 2019 geeft een groep speciaal getrainde vrijwilligers in het Reinier de Graaf ziekenhuis informele psychosociale zorg aan kankerpatiënten. Een luisterend oor, een gesprek met een bakkie koffie erbij, het geeft de mensen het stukje persoonlijke aandacht waar de verpleegkundige vaak niet aan toe komt. Wil van der Kaaij is zo’n vrijwilliger.Het 'Reinierteam', met als vijfde van links Wil van der Kaaij en als tweede van rechts Mariëlle Brok. (Foto: PR)Door Rianne DekkerWil (68) is dankbaar dat ze dit werk mag doen en bovendien met fijne collega’s. “Het is een hecht team en het is super fijn hier bij te horen”, benadrukt ze. De vrijwilligers zijn afkomstig van de IPSO centra voor leven met en na kanker, Carma in Naaldwijk en Debora in Delft. “Maar ze vormen één club, ze zijn “het Reinierteam”, aldus coördinator Mariëlle Brok.Koffie breekt het ijsHet begon allemaal met het initiatief van oncoloog Karin Beelen die - in navolging van een aantal andere ziekenhuizen in het land - deze aanvullende zorg ook in Delft wilde gaan bieden. De vrijwilliger komt op de afdeling oncologie aan het bed, en ook in de wachtkamer op de poli oncologie, waar mensen onder andere wachten op de uitslag van een onderzoek. Ze zijn vaak gespannen, en door hen te benaderen met een kopje koffie is de ingang naar een gesprek makkelijker. “Een kopje koffie nodigt uit, maar als er geen gesprek ontstaat is dit ook goed”, aldus Wil. “Het is hier tenslotte toch anders dan bij Carma of Debora, waar de mensen op eigen initiatief naar toe komen. Hier zoeken wij hen op. Als ik bijvoorbeeld op de afdeling ben en bij een patiënt kom, houd ik gepaste afstand en vraag ik of ik er een stoel bij mag pakken om even te praten of te luisteren. De meeste mensen vinden dit heel fijn. In het gesprek wijs ik hen ook op Carma of Debora, waar zij, maar ook hun echtgenoot of kinderen, terecht kunnen. Want kanker heb je niet alleen.”Wat de vrijwilligers horen in het gesprek met de patiënt is vaak heel intens. Ook voor hen is een gesprek bij een bakkie koffie daarom een uitlaatklep. “Het is heel belangrijk dat we de vrijwilligers goed begeleiden”, aldus Mariëlle. “We kijken bij aanvang van de dag al hoe ze erbij zitten. Bij het weggaan zijn ze soms best wel leeg en dan kan napraten met een bakkie koffie erbij voor hen net het verschil maken.” Om de vrijwilliger met een stevige basis te laten beginnen, krijgt deze een training van vier dagen, waarbij gesprekstechnieken en informatie over kanker en de impact daarvan aan de orde komen. Ook is er een training door een fysiotherapeut in het geven van hand- en voetmassages, voor ontspanning en de opstap naar een goed gesprek.Dankbaar gevoel op de fietsHoewel de impact van de gesprekken soms heftig is en soms ook heel dichtbij komt, voelt het voor Wil heel fijn om ze te mogen doen. “Ik heb er vaak een dankbaar gevoel over als ik naar huis rijd. Ik probeer vaak op de fiets te gaan, want zo’n ritje is goed om je hoofd even leeg te maken.” Wil doet haar mooie werk één keer in de veertien dagen op donderdag. De vrijwilligers werken op dinsdagen en donderdagen, twee aan twee in de ochtend en in de middag.Dat het initiatief werkt blijkt wel uit een mooie statistiek van Mariëlle. “Doordat we de poli en meerdere afdelingen erbij hebben gekregen en meer dagdelen aanwezig zijn, zijn er dit jaar al meer dan tweeduizend gesprekken gevoerd. Vorig jaar waren dat er nog rond de zevenhonderd.” Het initiatief wordt door het KWF ondersteund en loopt inmiddels op meerdere landelijke locaties.Carmakoor treedt opWil deed al vrijwilligerswerk voor Carma, en ook Young Carma. “Hier leerde je hoe kinderen met kanker omgaan. Ik zocht leuke activiteiten op, zoals het bakken van Taarten voor Abel met Hidde de Brabander van 24Kitchen.” Carma heeft ook een koor, dat Wil samen met een andere vrijwilliger leidt. Ze speelt panfluit en is er gastvrouw. “Zingen is een uitlaatklep en maakt blij. Voor de aanvang van de repetitie vraag ik altijd of iemand nog iets wil delen. Op het Carmakoor delen mensen heel veel met elkaar en begrijpen ze elkaar heel goed.” Het koor treedt op 23 december op bij de dagbesteding voor mensen met dementie bij Senna Zorg.Wil benadrukt nogmaals dat ze dankbaar is dat ze dit mooie werk in het Reinier mag doen. “Vroeger wilde ik de verpleging in, maar dat is er niet van gekomen. Nu mag ik doen waarvoor ik vroeger de verpleging in wilde en waar de verpleging nu niet aan toe komt. Dat vind ik fijn!”
Lees het verhaal